2 ½ cent
Toen ik klein was, een jaar of zes/zeven mocht ik van mijn vader zijn grijze haren opsporen en eruit trekken. Voor 2 ½ cent. Voor degenen die het nog niet weten, ik ben geboren en getogen op Curaçao en daar betalen we met Antilliaanse guldens. 2 ½ centen hadden we ook. Als je zo jong bent, klinkt het natuurlijk als veel geld. En had mijn vader nog best wel veel haar. Opsporen dus maar.
Stiekem was het natuurlijk erg prettig. Zo een vader-dochter moment. En ik denk dat er heel veel arbeid aan te pas is geweest zonder dat mijn vader mij uitbetaalde. Want hij viel vaak in slaap tijdens het haren trekken. Trouwens, mijn vader had niet veel nodig om in slaap te vallen. Met de tv hard aan viel die man ook vaak in slaap. Hoe vaak ik niet midden in de nacht Clint Eastwood de mond snoerde door de tv uit te drukken. Ik weet niet hoe mijn moeder ook in slaap kon vallen. Oefening baart kunst denk ik maar.
Mijn vader werd steeds kaler en dat betekende dat het voor mij steeds moeilijker werd om grijze haren te vinden. Of gemakkelijker, hoe je het noemen wilt. Ik weet dat ik het fascinerend vond om te doen want “doet het niet pijn?”. Nee, het leek geen pijn te doen. Of mijn vader had een hoge pijngrens.
Nu ben ik zelf sinds dit jaar een veertiger. Al enkele jaren spot ik grijze haren tussen die dikke wilde bos. Geërfd van mijn vader vermoed ik, het jong grijs worden. In het begin verscholen ze zich in het midden van mijn hoofd en diegenen die mij kennen, weten dat ik veel haar heb. Heel veel. Het viel dus niet op. Maar de laatste maanden beginnen die eigenwijze, dikker dan normale grijze haren zich meer naar de voorgrond te positioneren met als gevolg dat iedereen die dichtbij mij staat nu blootgesteld wordt aan de grijze haren. Ongevraagd.
Nu even over het feit of het mij stoort of niet.
Ik ben easy, relaxed. Laid-back. Het stoorde mij dus niet. Als dit het enige was wat hoort bij het ouder worden? Ik heb geen last van rimpels because black don’t crack (thanks dad!), ik heb een prachtige (maar onhandelbare) bos haar en mag dus niet klagen! Geen spataderen, niet noemenswaardige letsels (alhoewel… een hernia, zweepslag en pijnlijke knie van tijd tot tijd en dat alleen al in 2015…). Grijze haren horen er dus gewoon bij. Totdat er meer zichtbaarder werden.
Laten we zeggen dat mijn pincet weinig rust kreeg. Zag ik er één aan de zijkant van mijn hoofd werd die er met bruut geweld direct uitgetrokken. Ik kwam snel tot de conclusie gekomen dat het onbegonnen werk was en nu geef ik mijn pincet een welverdiende vakantie. Daarnaast merkte ik ook dat ik mij minder concentreerde op het verkeer en meer op het te pakken krijgen van die ene grijze haar die ik in mijn achteruit spiegel had gezien, om half negen in de ochtend in de ochtendspits. Hoe het er voor de automobilist achter mij moet hebben uitgezien wil ik niet weten. Ik zie die persoon toch nooit meer terug.
Een paar weken geleden installeerde ik mijzelf op een tuinmeubel. Het was prachtig weer en ik besloot mijn beste vriend Luís te bellen. Ik ken hem al ongeveer 20 jaar, langer dan mijn echtgenoot dus en hij is absoluut een constante factor in mijn leven. Luís is kapper en gezien het feit dat hij mijn beste vriend, zo een beetje mijn andere echtgenoot en mijn soulmate is, deelde ik met hem mijn grijze haren zorgen. Ik zei, wisselend in het Spaans en Engels dat die grijze haren toch zeer prominent aanwezig beginnen te zijn. Links, rechts, voor, achter, in het midden. Overal zijn ze nu. En het is onbegonnen werk om ze allemaal handmatig te elimineren. Hij bleef stil, lachte af en toe (het was een Skype gesprek) en zei toen iets wat ik totaal niet zag aankomen. Maar mijn beste vriend, de enige kapper die aan mijn haar mag komen tegenwoordig, al moet ik ervoor naar reizen naar Curaçao, mijn soulmate dus degene die alles tegen mij mag zeggen zei: “Miss Vanessa, ik denk dat het tijd is om het te hebben over een verfbeurt”.
Ik geloofde mijn oren niet en wist niet of ik beledigd moest zijn of niet.
Gelukkig bleef hij rustig. Hij kent mijn haargeschiedenis en weet dat ik mijn haar nog nooit gekleurd of geverfd heb. Hij zei op een kalme toon dat het hierbij ging om een ammoniak loze verfbeurt.
Ik wist niet of dit goed of slecht was. Maar ik weet één ding zeker. Iedereen heeft het over het ‘life begins at 40’ concept. Ik weet dat sinds ik 40 ben ik alleen maar aftakel. En dat ik een hoop heb om over na te denken. Niet het ‘verhuis ik nou wel naar Curaçao of niet’ of ‘ga ik voor een carrière switch of niet’ dilemma brandt momenteel op mijn netvlies maar ‘zal ik mijn haar verven of niet’ dilemma domineert op dit moment mijn leven.
Vorige week vertelde ik mijn zes-jarige het verhaal waar ik mijn blog mee begon. Ik mocht voor 2 ½ cent opa Vlieger zijn grijze haren eruit trekken. Enthousiast dook mijn dochter in mijn haarbos en al heel snel had ze er 1, 2, 3 te pakken. In het begon trok ze ze er heel voorzichtig uit maar degenen die mijn dochter kennen weten dat ze al snel minder voorzichtig werd. Ze had er al heel snel meerdere te pakken en installeerde ze netjes op de eettafel. Ik moest nog wel uitleggen dat wij in Nederland niet doen aan 2 ½ cent maar dat ze wel 5 cent per uitgetrokken haar kon verdienen. Na ongeveer 5 haartjes verloor ze haar aandacht en gelukkig maar. Want het zou niet lang duren of ik zou failliet zijn gegaan.
Ze heeft het er niet meer over gehad. En ik heb nog 9 maanden voor ik weer op Curaçao bij Luís ben. Die vast staat te wachten met een ammoniak-loze verf die hij genadeloos op mijn haar zal gooien.
Life begins at 40…