Kweekje
In de Surinaamse cultuur is het normaal om er één te hebben. Maar ook in de Antilliaanse cultuur. Kweekjes. En daarmee bedoel ik pleegkinderen. Maar ook niet helemaal. Niet officieel bedoel ik dan.
Mijn moeder groeide op met een kweekbroer, ik had er ook één. Maar ik had ook een kweekdochter. Het verhaal verliep als volgt:
Ik heb altijd van kinderen gehouden. En denk dat ik ook altijd wist dat ik ze wilde hebben. Zo vroeg mogelijk dan maar. Maar dat zouden mijn ouders niet echt op prijs stellen (zacht uitgedrukt). Toch kreeg ik er op mijn manier één. En ik was jong, pas 18. Want het begon zo: op een dag riep mijn broer mij naar zijn kamer. Of ik even wilde komen kijken. Nou, niet echt maar ik deed het toch. Ik ging en daar lag een vriendin op zijn bed. Gewoon een vriendin hoor, ze hebben nooit een relatie gehad. Ik keek nog eens goed en zag tussen ze in een heel klein meisje liggen. Piepklein was ze. En pas vijf maanden oud. Ik zag haar en was op slag verliefd. Ik vroeg of ik haar mocht optillen en dat mocht. En weer werd ik verliefd. Ik moest na een tijd weg en vroeg aan haar moeder of ik een keer mocht oppassen. En ook dat mocht.
Ik mocht sneller oppassen dan ik had gedacht want volgens mij werd ik binnen een week gebeld door mijn broer. Of ik op haar wilde passen. En dat wilde ik. Graag zelf. Ik paste dus op die kleine muis en toen ik haar weer naar haar moeder bracht vroeg ik of ik het weer mocht doen. Nog geen maand later was het weer zover. Haar moeder was ook jong, een jaar ouder dan ik. Ze zat nog op school en had mijn broer leren kennen via de discotheek waar ze beiden werkten. Zij achter de bar, mijn broer als DJ. Ze moest nog wat dingen regelen zei ze en vroeg of die kleine muis een nachtje mocht blijven slapen. Dat mocht! Het viel mij op dat die kleine muis dat allemaal okay vond. Ze raakte al vrij snel gewend aan mij. En ik aan haar. Ze was lief, vooral klein, zo klein als een muis en ik liep overal achter haar aan. Want mijn ouderlijk huis was (en is) niet echt ‘child proof’.
Op een dag vroeg haar biologische moeder of ze misschien wat langer bij mij mocht blijven slapen. Ze was op zoek naar werk en ze moest ook nog haar school afmaken. Ik weet het nog goed, alsof het gisteren was. Ze had mij opgebeld en ik had gezegd dat het goed was. Nog geen uur later kwam de witte auto van haar vader, van de opa van kleine muis dus, door ons hek rijden en de auto zat volgeladen. Met kleren, eten, luiers en zelf een kindermatras (ik verzin het niet). Veel voor een paar dagen.
Ik kan er uren over vertellen maar ik zal het kort houden. Die paar dagen werden weken. En weer maanden. Soms belde de bio-moeder een paar dagen niet, soms een week. De verzorging en opvoeding liet ze aan ons (mijn ouders en ik) over. Soms kwam ze na een week op een avond opdagen om haar dochter op te halen. Om even naar een honkbal wedstrijd te gaan. En bracht ze haar gerust om 11 uur in de avond weer terug. Allemaal goed bedoeld maar prettig voelde het niet aan. De details laat ik achterwege.
Wat ik wel mee wil geven en daar gaat het deze blog over is de liefde die ik voor kleine muis voelde. Ze was wijs en had de leukste lach. Erg aanstekelijk. En ze liep voor in haar ontwikkeling. Liep al met ongeveer 6 maanden. En was al snel van de luiers af. Overal sleepte ik haar mee naar toe. Trots voelde ik mij dat ik de (kweek)moeder rol op mij had genomen. Ik wilde constant op stap met haar zodat ik met haar kon pronken en haar veel van de wereld kon laten zien. Maar ik was ook nog jong. En zat ook nog op school. De avond HAVO bood uitkomst. Zo kon ik overdag met haar zijn en ’s avonds naar school. Soms nam ik haar gewoon mee. Ze was zo rustig, de klas had geen last van haar. Hetzelfde gold voor de sportschool, er was een box aanwezig en ik nam haar gewoon mee.
Mijn kleine muis werd 1. Ze had weinig haar maar toch wist mijn moeder 1 klein staartje boven op haar hoofd te maken. Haar kleertjes die haar bio-moeder had gebracht om aan te doen waren te groot. Want ze was klein. Zo klein dat we al snel met haar bij de kinderarts waren beland. Ze moest melk met suiker. Ze bleek slechte voeding binnen te krijgen; op een dag maakte ik de pap die ik van haar moeder had gekregen open en er bleken allemaal wormpjes in te zitten. Maar even terug naar haar verjaardag: het was een leuke dag want ze genoot. Want haar bio-mama, bio-opa (die zag ik die dag voor het eerst) en bio-papa (ook hem zag ik voor het eerst) waren er ook.
Op een gegeven moment moest ik studeren. En dat was een lastige beslissing kan ik vertellen. Want hoe kon ik die kleine muis nou achterlaten die nu voltijd bij ons woonde? Het moest van mijn vader. En of mijn school in Nederland nou een kinderopvang had of niet, kleine muis moest dan maar bij mijn ouders blijven. Ik heb veel gehuild maar wist ook dat er erg goed voor haar gezorgd zou worden. En zo vertrok ik naar Nederland en bleef die kleine muis zeker 5 jaar bij mijn ouders en zusje wonen. Ik ben ze nog zo dankbaar: het is niet niks. Of je nou gewend ben aan kweekjes of niet.
Torenhoge telefoonrekeningen had ik. Het was 1995, internet was nog niet echt booming dus kocht ik een faxmachine bij de V&D. Aan sociale media deden we nog niet. Ik kreeg tekeningen doorgefaxt uit Curaçao en ik belde bijna dagelijks naar kleine muis om haar slaapliedjes toe te zingen. Ik was een goede klant van KPN en van het postkantoor. Maar ook van KLM want zodra er een goede special was, vloog ik met mijn studententarief naar haar toe. En op een gegeven moment mocht ze ook alleen naar mij komen, spannend maar ze was zo welkom.
Mijn kleine muis is geen kleine muis meer. Al is ze dat in mijn beleving nog wel. Ze ging terug naar haar bio-vader en toen naar haar bio-moeder. Het liep niet thuis. Ze voelt zich nergens thuis. Als het niet goed ging belde haar bio-moeder mij op. Meer dan eens vroeg ze mij of muis niet bij mij kon wonen in Nederland. En toen ze 14 was kwam ik tot de conclusie dat het niet anders kon. Het ging niet meer thuis en de situatie was niet meer veilig voor haar. Ik vloog naar Curaçao met mijn dikke zwangere buik en regelde zoveel als ik kon via de Voogdijraad. Want mijn enige eis was: het is prima als ze bij ons (inmiddels was ik getrouwd) komt wonen maar alleen met de voorwaarde dat ik de volledige voogdij over haar krijg. Dat zou de meeste kans van continuïteit en stabiliteit voor muis hebben. En die kreeg ik. In de zomer van 2009 haalden we haar op van Schiphol. Ze had zelf haar nieuw kamertje mogen uitkiezen en ze kreeg de mooiste kamer van ons huis.
Maar kleine muis was geen kleine muis meer en ondanks alle problemen miste ze haar bio-ouders. Heel begrijpelijk. Ze had daar bovenop ook nog 3 zusjes en 1 broertje en hoe moeilijk is het om als puber bij je bio-familie weg te zijn? Haar ouders en ik zaten echter niet op dezelfde lijn en op dezelfde golflengte. En bio-kinderen blijven loyaal naar hun bio-ouders toe. Hoe goed je als kweek-moeder ook je best doet.
December 2012 verhuisde ze terug naar haar bio-ouders. Ik heb mijn best gedaan maar zij ook. Zo deed ze het erg goed op school en behaalde zij haar VMBO diploma zonder al teveel moeite. Want ze was een Havo kind maar door alle problemen thuis bleef ze in de brugklas zitten en moest ze naar het VMBO. Na het behalen van haar VMBO diploma stroomde ze door naar de Havo. Ook dat ging vrij gemakkelijk. Helaas haalde ze haar examen niet maar we legden haar uit dat je het gewoon weer moet proberen en vooral niet moet opgeven.
Wij hebben ons best gedaan want voor mij voelde het natuurlijk aan dat ze bij mij was maar mijn man stapte er zomaar in. En kreeg er zomaar een tiener-muis bij. Ik heb bewondering voor mijn man dat hij er zo mee omgegaan is. En dat hij mij heeft gesteund want in 2009, 2010 maar ook in 2011 én 2012, 2013, zelfs in 2014 heb ik er veel om gehuild. Want je doet wat je kan, in het belang van je kids, bio-kids of kweek-kids: als het niet goed loopt voel je als moeder, bio-moeder of kweek-moeder dat je gefaald hebt. Het enige wat je wilt is dat het goed gaat met je kinderen. En je doet wat je kan. Voor kleine muis was het van tijd tot tijd ook lastig. Want ondanks het feit dat zij moeilijk haar emoties kon tonen: ze had 2 mama’s, en ik was er 1 van.
Intussen is kleine muis al weer 2½ jaar terug op haar eiland. Hoe het met haar gaat? Geen idee. Want ze heeft alle kweek-banden afgesneden. In het begin deed het ongelofelijk veel pijn en begreep ik er niets van. Nu zijn we wat jaartjes verder en kan ik er met wat meer afstand naar kijken. En weet ik het volgende:
- blood is ticker than water
- all you can do is your best
- als ik een kindje kan helpen, doe ik het zo opnieuw.
Nagekomen noot: afgelopen donderdag feliciteerde mijn beste vriendinnetje Lis mij met mijn grote dochter: ze had via Facebook gezien dat grote muis haar Havo diploma had behaald.
Mooi verhaal weer, Vanessa!
Dank! Leuk dat je hem gelezen hebt