Sporten
Ik vraag mij nu al een tijdje af of ik een haat-liefde verhouding heb met sporten. Ik neig eerlijk gezegd naar een volmondige ‘ja’ en dan dat ik het meer haat dan liefheb. Want dames en heren, hier komt het: ik ben lui. Noem het Caraïbisch bloed, ik weet het niet maar ik weet wel dat ik het ben. Ik zit en lig liever op de bank dan dat ik actief aan het zweten ben in de sportschool, ik blijf liever thuis dan dat ik richting de sportschool fiets (lees: rij), ik werk nog liever dan dat ik ga sporten. Zo erg is het.
Nu heb ik alle vormen al gehad qua figuur, als kind noemde mijn vader mij ‘fientjolis’. Omdat ik dunne benen had. Ik was ook altijd buiten aan het spelen, aan het fietsen, tennissen of paardrijden. Ik realiseer mij dus opeens dat ik deze luiheid als kind niet kende. Toen ik een tiener werd kreeg ik opeens een gezonde interesse voor sporten; naast dat ik een aantal keer in de week paardreed, begon ik ook naar een echte sportschool te gaan: ik kwam in aanraking met aerobics en fitness. Ik was wel een aantal keer in de week bij de sportschool te vinden. Wat het natuurlijk ook leuk maakte was dat er jongens rondhingen bij die sportschool. Ik bleef lekker slank. Terwijl ik veel (heel veel) snoepte. Voor de Curaçaoënaars onder de lezers: Candy Barrel was mijn 2de thuis!
Maar toen verhuisde ik op mijn 21ste naar Nederland. Het werd tijd om te gaan studeren. Mijn vader huurde een leuk appartementje voor mij in Diemen en mijn moeder en zusje vertrokken na 3 weken weer naar Curaçao. En toen? Ja, toen moest ik voor mijzelf koken. Ik woonde om de hoek bij halfzus R. en ging daar wel vaak eten maar je kan niet de hele tijd bij anderen eten. Dus moest ik ook voor mijzelf koken. Naast het studeren. En het naar school gaan. En een supermarkt was ook niet echt om de hoek. Dus werd het vaker wel dan niet een pizza halen. Of met vriendin L. die ik nog kende van P.S.C, mijn middelbare school op Curaçao, Antilliaans eten. Een lekkere saté ku batata (saté met patat. En geen normale patat hoor, een kwart aardappel was 1 patatje!) ging er altijd in. Nu mag ik wel zeggen dat Antilliaans eten niet persé gezond eten is. Er wordt veel gefrituurd, zelf een eitje of een kippetje wordt in een pan met olie gegooid en een pasteitje (een best wel grote) is normaal ontbijtvoer daar. Op de middelbare school kocht ik om de hoek bij de snackbar wel vaker een patatje met satésaus om 8 uur ’s ochtends (!).
Ik dwaal af. Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat ik toen ik op mijzelf ging wonen minder naar de sportschool ging en toch anders ging eten. Thuis werd er op zijn Surinaams behoorlijk gezond gegeten: iedere dag groente, rijst en/of aardappelen en een stuk vlees. In Diemen werd er wel anders gegeten. En bewogen. Dus begon ik te groeien.
En toen ontmoette ik mijn huidige man. Een lieve, knappe (ik zeg gewoon hoe het is) man. En daar leerde ik toetjes eten na het avondeten. Nooit eerder gedaan behalve als ik een keer in een restaurant was. Reken uit: 7 dagen in de week een toetje na het eten: meestal vla maar toch! Het was wel wat erbij. En bleef ik groeien.
Volgens mij is er een stille regel die geldt voor alle partners (zie het als gratis advies): weinig zeggen als je partner groeit. Aan de ene kant moet je ze dankbaar zijn, het kwetst je toch want je kijkt zelf ook wel in de spiegel. Aan de andere kant is openheid in een relatie naar mijn idee 1 van de basisregels. Hoe dan ook, toen wij kindjes probeerden te krijgen en het bleek niet vanzelf te gaan (lees 1 van mijn vorige blog maar voor de details) adviseerde de arts mij om af te vallen. Ik had een doel dus ik ging er ook voor en viel 17 kilo af. Bij die mijlpaal van 17 kilo ontdekten wij dat ik zwanger was. Ik zat mooi op gewicht maar helaas, als je zwanger bent komt het er ook weer aan. En bij mij bleef het eraan. En een jaar later was ik weer in verwachting, deze keer van een baby die bij de geboorte 10 pond woog! En dat zag je. Ik was een walvis. En natuurlijk gaat er wat van af na de geboorte maar ik zag er niet meer hetzelfde uit als toen ik geen kindjes had.
Twee jaar geleden was ik er klaar mee. We hadden net mijn vader gecremeerd en ik dacht: ik wil gezond worden. Voor mijzelf maar ook voor mijn gezin. Ik wil op een schommel passen en achter mijn kindjes aan kunnen rennen en ik wil er weer uitzien als toen ik trouwde!
Dus nam ik die grote stap door een personal trainer te bellen. Ik kende haar van de sportschool en ze was van Surinaamse afkomst. Dat hielp wel een beetje. Ik ging op een intake en zei: ik hoef nergens over na te denken, we gaan ervoor.
Om een (al best wel) lang verhaal kort te houden: S. is mijn rots! Ik ga al 2 ½ jaar trouw naar haar toe. Ook als ik mindere dagen heb en weet dat als ik op die weegschaal van haar moet staan, ik niet tevreden zal zijn. Want ook dán is zij een rots in de branding. Ze laat me zweten in dat uurtje en laat mij mijn grenzen verleggen. Ik ben gaan spinnen en ik ben ervan gaan houden! Ik kan nu een spinning marathon doen van 4 uur achter elkaar! Ik heb samen met haar al 2 keer een 5 km run gedaan.
Ik zie er beter uit (lees: ongeveer 18 kilo lichter) maar most of all: ik ben het sporten ook leuk gaan vinden en kijk er naar uit om naar haar toe te gaan. Voorlopig komt zij niet van mij af! Hoe druk ze het ook heeft met andere cliënten. En nu ik aan het einde van mijn verhaal ben gekomen moet ik concluderen dat ik dus meer neig naar de ‘liefde’ kant van mijn sport verhaal. Dus zal ik het blijven doen!
Haha , ik heb je ontmoet op de sportschool en we hebben al heel wat druppels zweet verloren en heel wat kilo,s.
Je bent zo goed bezig en geniet tijdens het sporten, met je grote glkmlach
en ik…….geniet pas als ik klaar ben en onder de douche sta
Hou vol ! Gr. Van je sportvriendin