Vijf jaar
Vanmorgen werd ik onrustig wakker. Nu ik klaarwakker ben, weet ik dat dit te maken heeft met het feit dat ik gisteren de hele dag het nieuws in de gaten hield in verband met de vermissing van een 14-jarig meisje. Het nieuws vanmorgen bracht slecht nieuws. Maar gisteren wist ik ook: morgen is het vijf jaar geleden dat mijn vader het leven liet.
Vier, drie, twee en een jaar geleden was ik er meer mee bezig. Niet dat de tijd het gemis minder maakt maar het is niet zo dat ik vandaag mijn vader meer mis dan anders. Want het gemis blijft. Wat meer naar de voorgrond treedt zijn de momenten waar het besef er is dat ik mij bevoorrecht voelde dat ik hem zo lang in mijn leven heb mogen hebben. Er is altijd een tekort aan tijd, en iets als je vader te lang in je leven hebben bestaat niet. Maar ik ben dankbaar dat mijn vader er was toen mijn twee kinderen werden geboren, en ik trouwde. Ik besef mij dit nu ook meer omdat mijn zusje, de jongste, op het punt staat te bevallen van haar eerste kind. Een zoon. Mijn vader zou zo trots zijn geweest op haar, en zou zo veel mogelijk op zijn bed hebben gelegen met zijn kleinzoon naast hem. Ik voel verdrietige momenten dat mijn zusje dit niet kan beleven met mijn vader. Ik voel mij verdrietig omdat zij binnenkort gaat trouwen en mijn vader er niet bij is. Ik voel mij echter ook sterk omdat mijn vader zelden zijn zorgen uitsprak maar hij op een dag tegen mij zei: “ik zou er nog zo graag voor haar willen zijn”. En ik antwoordde dat ik hoopte dat hij gerustgesteld zou zijn omdat wij met z’n allen voor elkaar zouden zorgen. En die cirkel die voel ik. Want al wonen wij niet bij elkaar; sinds mijn vader er niet meer is, 5 jaar geleden, wordt er voor elkaar gezorgd, letten wij op elkaar.
Zo woont mijn zusje heel dichtbij mijn moeder. Toen mijn vader overleed, vertrok zij terug naar Amsterdam. Om alles in te pakken, haar huur op te zeggen en een enkeltje te boeken richting huis. Shirley was bij mijn vader toen hij het leven liet maar zoals zoveel van ons zeggen, mijn vader hield ons allen voor de gek. Hij overleed terwijl iedereen sliep en besloot dat het niet zijn ding was om afscheid te nemen. Want afscheid nemen bestaat niet. Shirley komt zo vaak als ze kan langs bij mijn moeder. Vandaag, 5 juni staat het volgende bezoek al gepland.
Het doet mij goed dat wij als gezin weten wat wij aan onze vader hadden, en dat dit beeld ook overeenkomt met wat anderen dachten over mijn vader. Vorig weekend nam ik mijn kinderen op een bloedhete dag mee naar Rotterdam. De reis duurde twee uur want de weg richting Rotterdam was afgesloten en wij moesten daardoor een flink eind omrijden. Maar kostte wat het kostte, ik zou aankomen in Rotterdam. Toen ik, ruim een uur te laat aankwam, was het alsof ik bij mijn vader op bezoek was. Want ik stond oog in oog met de allerbeste vriend van mijn pa, oom Tollaway. Oom Toll en mijn vader zijn jeugdvrienden geweest en kenden elkaar al sinds ze een jaar of 12 waren. Samen haalden ze enorm veel kattenkwaad uit, of zoals oom Toll het vorige week benoemde: “als wij samen rotzooi aan het uithalen waren”. Dat klonk niet echt goed, maar ik vroeg er ook niet naar door.
Ik ken oom Toll al sinds mijn geboorte en zij lijken zoveel op elkaar dat als ik hem daarom ook zie, ik mijn vader zie. En dat was vreemd. Ik heb mijn vader al vijf jaar dus niet gezien maar vorige week was ik weer even bij mijn vader op bezoek, en dat voelde goed. Hij deed de deur open in zijn kamerjas, mijn vader zou het niet anders hebben gedaan. Zijn stem lijkt op die van mijn pa. Alleen zijn buik is kleiner dan die van mijn vader. Een dag voor mijn vader zijn overlijden belde oom Toll. Ik nam de telefoon op en vroeg mijn vader of hij hem wilde spreken. Hij sliep namelijk heel erg veel en nam steeds meer afstand van de buitenwereld. Tot mijn verbazing nam hij de telefoon aan. Ik hoorde oom Toll aan mijn vader vragen of hij moest komen maar mijn vader antwoordde in het Surinaams dat het niet nodig was, dat hij niet zomaar ertussen uit zou piepen. Nog geen 24 uur later overleed hij. Oom Toll vertelde deze zaterdag tegen mij dat het hem zeker twee jaar geduurd heeft voor hij over mijn vader kon praten. En toen hij het zei, zag ik de tranen in zijn ogen. Toen oom Toll uit Suriname aankwam om afscheid te nemen van zijn allerbeste vriend, moest ik hem enorm troosten. Hij kon niets en het deed hem zo ontzettend veel zeer dat hij er niet meer was. Die zaterdag sprak ik met mijzelf af dat ik sterk zou zijn en blijven voor oom Toll en mijn kinderen die mee waren. “Hij heeft mij voor de gek gehouden” zei hij vervolgens. Hij had iedereen voor de gek gehouden.
Vijf jaar. Nog nooit zag ik mijn vader niet zo lang. Nog nooit sprak ik hem niet zo lang. Intussen voelt het niet meer ongemakkelijk om zijn foto’s te zien, om over hem te praten, om over hem te lachen. Filmpjes met mijn vader bekijk ik liever niet te vaak. Ik moet honderden vragen over mijn vader beantwoorden omdat mijn zoon zoveel wilt weten. Mijn dochter lacht vooral om het feit dat mijn vader zoveel scheten liet en “opa Vlieger altijd zei dat ze naar parfum roken”.
Het huis op Curaçao is zo stil als ik daar aankom, maar het eerste wat ik doe als ik het huis binnenwandel is naar zijn sigarendoos lopen waar zijn as in ligt. Het is ook het laatste wat ik doe als ik weer op het punt sta te vertrekken. Het feit dat wij als gezin vandaag niet samen zijn maakt mij niets uit. Want vandaag is het een gewone dag, net als al die andere dagen dat mijn vader niet fysiek bij ons is geweest maar in gedachte geen dag uit ons systeem is gegaan.
Vandaag voel ik mij, net als alle andere dagen blij dat hij mijn pa is geweest, en put ik kracht uit mijn familie én mijn zusje die op het punt staat om te bevallen. Ik weet dat mijn vader supertrots op mijn zusje zou zijn geweest, is en naast haar staat als ze het leven schenkt aan een nieuw kind. Hopelijk heeft hij ook wat trekken van mijn vader maar eerlijk gezegd, kan het niet missen.
Vijf jaar, 1826 dagen zonder jou.