Harry2020
Harry. Mijn lieve knappe Harry. Je hebt niet nog één Sinterklaas mogen meemaken. Want je bent er niet meer. Fysiek dan want toen ik vandaag naar je ging kijken, zag ik je voor het eerst slapen. Met je staaf op je borst, rechts van je een aardappelstamper en links van je een pook. Zachtjes op de achtergrond muziek uit een cd speler waar mooie lichtjes uit kwamen en op de grond prachtige bloemen maar ook een doorzichtige doos waar nog meer aardappelstampers in zaten. In de badkamer de allermooiste kist die ik ooit in mijn leven heb gezien: van bamboo leek het wel, gevlochten met heel veel kleuren en streepjes. Je zou het prachtig hebben gevonden en met je handen erover heen hebben gevoeld.
Ik mis je nu al en je bent pas ongeveer 40 uurtjes geleden bij ons weggegaan. Rustig heen geglipt en voor altijd je ogen dichtgedaan. Ik ben verdrietig maar ik voel mij zo intens bevoorrecht dat ik je heb mogen leren kennen. Want iedereen moet eigenlijk een Harry in zijn of haar leven hebben gehad. Niet lang geleden, morgen twee weken, zat ik tegenover je. Je had weinig tijd voor mij want je was een groente omelet aan het wegschrokken. Je kon genieten van eten en in dit restaurantje hadden ze helaas geen pannekoeken. Je dronk er een lekkere cola bij- zonder ijsblokjes en toen zus Nikki je vroeg of je nog honger had zei je ook direct “honger” dus werd er een patatje voor je besteld. Het was best wel een chique restaurantje dus naast de frietjes kwam er ook frietsaus en een salade bij. Je keek naar mij, pakte met je vingers de sla, tomaat en rode ui en gooide het zowat op het bord voor mij. Je at je patatjes heerlijk op en moest af en toe lachen. Ik zei er nog wat van: “Harry, maar wat is er dan zo grappig?”. Gewend als ik was antwoordde je niet maar je zus wel. “Hij heeft vast gepuft want dan moet hij ook lachen” dus lachte ik met je mee. We zijn toch familie voor elkaar.
Harry is een vast begrip hier in huis. Toen mijn zoon enkele maanden oud was, nam ik hem mee naar je woonplek en gingen we wandelen. Niet één maar meerdere keren. Mijn zoontje in de maxi cosi, jij naast mij. Als ik vertel dat ik naar je toekwam gingen mijn man en dochter op zoek naar een snoer. En maar hopen dat het in de smaak zou vallen. Twee weekjes geleden nam ik wat snoertjes voor je mee. Drie snoertjes om precies te zijn. Je keek ernaar, van alle kanten, en gaf mij de snoertjes terug. Ik heb het drie keer geprobeerd en achteraf kreeg ik van Nikki te horen dat je ze toch meegenomen hebt naar huis. Maar toen ik je op je 65ste verjaardag een aardappelstamper cadeau gaf, gaf je het mij terug. Het viel niet in de smaak. Ik hield van je ‘dit is hoe en wie ik ben’ persoonlijkheid.
Wie gaat nu mijn ring bekijken en mijn hand kussen met de allerliefste glimlach ooit? Wie gaat Sinterklaasliedjes voor mij zingen: of het nou in december of juni is. Aan wie moet ik nu vragen of ik zijn staaf mag bekijken? Met een schuin oog van jou want ik mocht het welgeteld 5 seconden vasthouden.
Lieve lieve Harry, ik ben niet zo verdrietig meer hoor. Want ik heb van je genoten. Zeker 20 jaar lang. Iedere keer weer als ik je zag. Je bent een verrijking geweest en iedere keer als ik een snoer vasthoud, zal ik aan je denken. Bedankt dat je Harry was.