(st)oermoeder
Wonder. Mooi. Lief. Klein. Slaapkoppie. Fragiel. Trots. Vreugde. Welkom. Stil. Cadeau. Wens. Tante. Moeder. Oma. Zoon. Broertje. Neefje.
Enkele woorden die de gevoelens beschrijven die sinds zondag 25 juni in mij opkomen. Ongeveer een half jaar geleden schreef ik een blog over mijn zusje die had aangekondigd zwanger te zijn. Mijn zusje vertelde mij het nieuws op 15 december, tussen 17.00 en 18.00 uur terwijl ik in de muffe kleedkamer van de judo les van mijn kinderen zat. Wij waren beiden zo blij dat er tranen van vreugde vloeiden. Ik besloot op dat moment ter plekke om binnen een week naar Curaçao af te reizen om erbij te zijn als het nieuws zou worden medegedeeld aan mijn moeder. Ik was er maar vijf dagen maar in die vijf dagen begon ik met het opbouwen van een band met de toen nog ongeboren baby.
Nu, zes maanden later lig ik op een bed naast de kamer van de baby kamer. Toen mijn zusje vertelde dat zij zwanger was, vroeg zij in deze zelfde adem of ik wel zou komen voor de bevalling. “Toch?” Maar natuurlijk was mijn antwoord, geen twijfel mogelijk. Terwijl de uitgerekende datum steeds dichterbij kwam, ervoer ik ook een bepaalde mate van stress. Want wanneer moest ik dan vertrekken? Baby’s komen wanneer zij er klaar voor zijn. Daarnaast moest er zoveel geregeld worden bij mij thuis want helaas moest ik vertrekken zonder man en kinderen. En ik wilde het zo georganiseerd mogelijk achterlaten thuis. Ik ging namelijk niet voor vijf dagen weg maar voor 16 dagen! Het ene moment wilde mijn zusje mij bij de bevalling, het andere moment niet. Kon ik niet last minute komen? Zowel zij als ik kregen er stress van. Uiteindelijk boekte ik een week geleden een ticket en hoopte ik dat ik er zou zijn als de bevalling begon. Of ik erbij zou zijn of niet.
Ik ben niet telepatisch aangelegd maar iets zei mij dat het goed zou komen. Toen ik afgelopen weekend op Schiphol was, appte mijn zusje mij heel vroeg. Ik voelde dat er wellicht wat was maar volgens haar was alles ok. Het was de dag na de uitgerekende datum maar ik viel haar niet lastig met vragen als: “en, voel je al wat?”, “heb je al weeën?”, “ben je al zover?”. Ik onderhield wel vaker contact maar stelde vragen als: “hoe voel je je?” en “rust je wel goed uit?”. Ik stapte het vliegtuig in met een gezonde dosis spanning.
Eenmaal op Hato, het vliegveld van Curaçao, appte ik weer dat ik er was. Het bleek dat ze mijn moeder ook had bestookt met app-jes. Dat ik al was geland, wanneer zij mij zou halen. Eenmaal in de auto van mijn moeder wilde ik maar 1 ding: naar mijn zusje toe. Een kwartier later was het zover, ik liep naar haar toe en zette mijn hand op haar buik. Ze zei best wel zachtjes, dat zij sinds de ochtend last had van weeën. De bevalling was begonnen en ik was op tijd.
Ik fast forward een stuk van het verhaal. Niet dat het niet noemenswaardig is maar mijn zusje heeft het niet gemakkelijk gehad. Haar geplande in het water bevallen duurde maar drie uur. Want toen moest ze met de ambulance naar het ziekenhuis. Ook daar duurde het heel lang en uiteindelijk is met een beetje veel hulp van de gynaecoloog mijn neefje geboren. Ik hoorde even de stem van mijn zusje toen ze belde (“hij is er hoor!”) en terwijl mijn moeder en ik in hogere sferen betraden, zorgde 1 berichtje op de what’s app van een vriendin dat wij weer van de wolken af donderden. Mijn zusje moest onder het mes. Voor mijn moeder en ik voldoende reden om direct in de auto te stappen en richting het ziekenhuis te rijden. Wachten, dat ging niet meer. Het ging hier om mijn zusje en mijn moeder haar dochter.
Eenmaal in het ziekenhuis duurde het niet lang voor mijn zwager met mijn neefje kwam. Ik was op slag verliefd. Zoals verwacht en dat ben ik nog steeds. Ik ben het vliegtuig ingestapt om er te zijn voor mijn zusje. En als ik niet nodig ben, ben ik niet nodig. Maar ik ben wel nodig. Nodig om hem te knuffelen, om zijn flesjes te steriliseren. Nodig om luiers te kopen (klopt, die waren er nog niet!) en billendoekjes. Nodig om nog last minute spulletjes te kopen maar ook nodig om af en toe mijn zusje te verwennen, ervoor te zorgen dat ze wel even haar rust pakt en water, of een appelsapje of thee en fruit naar haar toe brengt.
Ik ben zó trots op mijn babyzusje die mama is. Ze is een oermoeder die op dag 1 al vocht voor haar kindje, ze is een stoermoeder die doet wat ze moet doen en wilt doen, die niet opgeeft maar ook heerlijk lacht om én tegen haar zoon. Ik heb haar in 1 dag zien veranderen in een mama, een mama bear, een tijger. Ze is de beste moeder die neefje I. maar ooit had kunnen wensen. Ze praat tegen hem als ze hem verschoont. Ze gaat super goed om met al die tegenstrijdige maar goed bedoelde adviezen die ze van alle moeders (en niet moeders) krijgt. Ze heeft besloten om alleen te luisteren naar haar verloskundige, kraamverzorgster én zus die kinderarts is. Ze zat gisteren relaxed op haar balkon met al haar vriendinnen om haar heen, terwijl neefje I. heerlijk aan het slapen was op zijn bedje. Ze bewondert en inspecteert hem alsof hij de mooiste zoon is en het klopt: hij is ook fantastisch mooi. Ze kijkt constant op wie hij lijkt: ik vind dat hij enorm lijkt op mijn zusje. Maar hij heeft wel de Chinese oogjes van onze vader. Hij heeft superveel haar, zoals zij ook had bij de geboorte en hij heeft grote voetjes en handjes zoals zijn papa en zijn opa George. Als hij niest, zegt ze, is het de schattigste nies ooit en als hij huilt, huilt hij ook heel lief. Hij slaapt als een roos en véél: net zoveel als zij kan slapen. Ze is de beste mama ooit.
Mijn neefje is geboren in een gezin en familie waar iedereen van hem houdt. Waar iedereen trots op hem is en hem 24/7 zal beschermen.
Mijn zusje is de beste moeder toen zij na een zware bevalling beviel van haar zoon. Ik heb het haar al een paar keer gezegd, maar ik ben zo trots op haar. Net zoals onze vader zo verschrikkelijk trots op haar zou zijn. Net zoals mijn moeder een enorme trotse (m)o(e)ma is. Al haar vriendinnen, wonend over de hele wereld weten inmiddels dat ze weer een kleinzoon heeft. Over twee weekjes kan ik met een gerust hart weer vertrekken naar mijn eigen gezinnetje en hoop ik dat ik haar zoveel mogelijk heb kunnen helpen. Dan kan ik weer terug en zal ik écht plannen moeten gaan maken om hier te komen wonen. Want welke tante kan zo lang zonder zo een lief neefje leven? Ik niet in ieder geval.
Trots. Mooi. Gezegend. Geluk. Blij. Trots.
Maar een paar woordjes die het gevoel beschrijven sinds ik mijn neefje in mijn armen heb gehad.